Tuinboon Sutton Dwarf is een oud Engels ras dat ook wel The Sutton wordt genoemd. Hij is veel minder dan tuinboon Aquadulce, bestand tegen strenge vorst en moet hiertegen worden beschermd. De kleine, lichtgroene peulen groeien rechtop en bevatten ongeveer 4-5 bonen per stuk . Ze hebben een zachte, lichtzoete smaak en zijn heerlijk knapperig. De tuinbonen zijn ook zeer smakelijk, vooral als ze dubbel worden gedopt. Omdat Sutton Dwarf een zeer klein blijvende soort is, is hij zeer geschikt voor de kweek in kleinere tuinen, kleine moestuinen, vierkante moestuinbakken en in grote bloempotten. Gebruik Sutton Dwarf als heerlijke groente, in soepen, in wokschotels, in stoofschotels, bij pasta en kort gekookt in salades. Hoogte: 30 - 55 cm.
Binnen zaaien: januari - februari
Buiten zaaien: eind februari - eind maart
Kiemen: 3 - 8 weken (afhankelijk van de kiemtemp.)
Kiemtemperatuur: 5 - 20°C
Zaaidiepte: 5 - 7 cm
Plantafstand in rijen: 40 - 60 cm
Standplaats: zonnig en beschut
Oogstperiode: mei - juli
Zaai binnen voor vanaf januari voor een vroege oogst. Zaai in aparte potjes gevuld met vochtige potgrond. Zaai 1 zaad per potje in het midden en bedek de zaden met een dikke laag zaaigrond, omdat tuinbonen donkerkiemers zijn. Zet de potjes niet te warm weg, omdat tuinbonen koude nodig hebben om goed te kunnen kiemen. Zet de tuinbonen vanaf maart buiten op een zonnige, beschutte plaats. Geef hoge tuinbonen een stevige ondersteuning. Bedek ze met netten om vraat van vogels en ander ongedierte tegen te gaan.
Zaai buiten vanaf eind februari tot eind maart op een zonnige, beschutte en goed bemeste plaats. Zaai 5 - 7 cm diep in dubbele rijen die 23 cm van elkaar afliggen. Hou tussen elke dubbele rij 40 - 60 cm ruimte aan. Deze plant heeft kou nodig om goed te kunnen groeien, dus zaai niet later dan tot eind maart. Houd de grond goed onkruidvrij.
Knijp de toppen van de zaailingen uit zodra er 4 groepjes bloemen opkomen of zodra de eerste peulen zichtbaar zijn. Dit zorgt ervoor dat de plant alle energie kan steken in het maken van peulen. Ondersteun de planten met bamboestokken of ander ondersteuningsmateriaal en gebruik netten om de planten te beschermen tegen vraat. De tuinbonen kunnen geoogst worden zodra de peulen barsten. Ook is het mogelijk om de peulen in zijn geheel te eten, oogst dan zodra ze vingerdik zijn. Zodra de peulen beginnen te groeien moet er zeker in droge periodes regelmatig water worden gegeven. Tuinbonen kunnen zeer goed ingevroren worden.